Jonge guppen met kromme rug


Ik vond ze ook heel leuk, mooi ook. Maar de vele jongen die allemaal op een of andere manier familie van elkaar waren fokten ook gewoon weer verder. Ik had er 47 in mijn 60 liter aquarium. En je raakt er gewoon lastig vanaf.
 
Ik vind Guppen de leukste, vrolijkste en kleurijkste visjes die er zijn voor een aquarium, (vandaar mijn naam. :) ).
Er is altijd wel iets gaande.

Ze wennen zelfs aan je.
Steek je voor een klusje je hand in het water dan komen ze naar je toe, ipv in paniek wegschieten.
Ik heb zelfs een vrouwtje (zit er al meer dan een jaar in) die ik er met de hand uit kan scheppen, zo ik dat zou willen/moeten.

De hier geopperde rouwtetra-optie kreeg ik hier ook en werkt uitstekend.
Nooit meer een jonkie gezien.
(Wat misschien weer het andere uiterste is, maar goed.)

Eind deze maand gaan ze weer in de buitenbak, die tegen die tijd goed begroeid zal (moeten) zijn en dan hoop ik toch op een paar blijvende nakomelingen.
Ik was de eerste die over de Rouwtetra als perfecte jongen bestrijder schreef. Ik bemerkte dat er na toevoeging van enkele Rouwtetra's in 2009, in mijn aquarium destijds er geen enkele jonge levendbarende overbleef. En sindsdien wordt dit als een perfecte jonge visjes bestrijder overal aangeraden. (Ik kwam zelf in een winkel iemand tegen, die tegen de verkoopster zei dat hij Rouwtetra's kocht als jonge visjes bestrijder want hij had dat gelezen op internet.)

Nu vele jaren later, heb ik een andere en veel hogere bak. Waar de oude bak 35cmhoog was is de huidige bak 50cm hoog. En nu merk ik wel dat veel jonge guppen de dans ontspringen. Want de Rouwtetra's komen, anders dan in de lagere bak nooit in de bovenste water regionen. Maar het kan ook zijn dat mijn dieren gewoon te oud zijn om actief te jagen. Ik heb (in totaal nog een stuk of 6) dieren die 7 en 5 jaar oud zijn.
 
Ere wie ere toekomt, Botia.
Ik wist niet meer wie het nu was.

Anyway, de tip werkt. [ duimpje omhoog]
 
Ere wie ere toekomt, Botia.
Ik wist niet meer wie het nu was.

Anyway, de tip werkt. [ duimpje omhoog]
Het maakt ook niet uit wie het was. Maar ik wilde even de geschiedenis late weten van hoe het is gekomen dat dit soort als jonge visjes bestrijder thans overal wordt aangeraden.

Een vis als de Moenkhausia sanctaefilomenae, doet het trouwens ook goed als jonge visjes opruimer. En de Aplocheilus lineatus helemaal! Al zal een volwassen exemplaar van dit soort ook een volwassen mannetjes gup pakken als hij de kans krijgt.
 
Een soort die ik nog niet kende en die ik ook nog niet bij de lfs heb gezien volgens mij. Al met al zit er dus wel degelijk verschil tussen de levendbarenden als het op het werpen aankomt.
Er zijn honderden soorten levendbarenden. waarvan de meeste niet in de handel zijn.

Wat je vooral in de handel ziet, zijn de erg makkelijk kweekbare soorten.
 
Ik heb een 140L bak waar een 15-tal guppen in zit, samen met 2 maanvissen, een handje vol waaierhandgarnalen, kardinaaltetra’s en een paar platy’s.

Op het moment dat een gup op bevallen staat neem ik deze apart in een kweekbakje waar zij na de bevalling meteen weer uit mag. De kleintjes hevel ik over naar een 30L bakje waar ik ze een maandje of 2 in hou.
In tussentijd vis ik de kleine guppys met een kromme staart of andere gebreken uit de bak en laat deze terug in de grote bak.
Deze eindigen dan als voer voor de maanvissen.
Na 2 maanden gaat de rest ook terug en zijn dan groot genoeg om niet opgegeten te worden.
Vervolgens zoek ik vaak een nieuw thuis voor de guppen zodat ik altijd weer rond de 15 stuks uit kom.
 
Ik ben geen expert Botia maar welke levendbarenden kweken dan lastiger? Ik heb zelf de Formosa nog zitten en die hebben geen hele grote worpen weet ik maar zijn er nog meer dan?
Er zijn tal van levendbarende tandkarpers die idd zoals Botia reeds heeft weergegeven niet zo talrijk en snel zich reproduceren. De uitspraken over het explosieve vermeerderingsproces bij levendbarende tandkarpers heeft idd z'n basis bij de kweekvormen van de "Big 4" (verwijzend naar guppen, molly's, platy's en zwaarddragers). Maar er zijn nog tal van andere levendbarende tandkarpers dan deze 4. Doch zelfs binnen de "Big 4" zijn er stammen die helemaal niet zo reproductief zijn. Doorgaans handelt het zich dan wel om wildvormen in het laatste geval.
Een soort die ik nog niet kende en die ik ook nog niet bij de lfs heb gezien volgens mij. Al met al zit er dus wel degelijk verschil tussen de levendbarenden als het op het werpen aankomt.
Botia refereert naar een topic die ik schreef. Dit is een levendbarende die op zich al decades lang bekend is in het aquariumwereldje doch t.o.v. een gemiddeld huishouden niet veel gehouden wordt. In het nederlands stond de vis in den beginne bekend onder de naam pauwoogup en naderhand als zijnde moerasgup. "Pauwoog" refereert aan een vlek die de mannen dragen aan de bovenkant van de staartaanzet. Ondanks dat de naam "gup" danwel "guppy" gebruikt wordt, betreft het eigenlijk helemaal geen gup. Het is wel een subgenus van het genus "Poecilia". de soort is redelijk wijd verspreid in het bovenste gedeelte van Zuid-Amerika en het merendeel komt voor in brakwater. De rode morph die in de handel circuleert wordt op zoetwater gekweekt via de aziatische landen en dan m.n. Thailand. Het bijzondere aan deze vis is dat een deel van de vrouwen zich als een normale eierlevendbarende voorplant en een deel als superfoetatieve levendbarende (meerdere embryos in verscheidene stadia). Hoe het komt dat ze zich op 2 manieren weten voort te planten is nog niet echt duidelijk. Doch de reeds genoemde heterandria formosa betreft ook een superfoetatieve levendbarende en werpt z'n jongen elke 1-3 dagen over een dag of 10-14. Superfoetatieve vissen hebben in de regel minder jongen over 1 zwangerschap bezien.
Er zijn honderden soorten levendbarenden. waarvan de meeste niet in de handel zijn.

Wat je vooral in de handel ziet, zijn de erg makkelijk kweekbare soorten.
Het juiste aantal soorten is nog lang niet vastgesteld en er worden nog steeds nieuwe soorten aan het licht gebracht. De meeste mensen kennen enkel de bekende eierlevendbarende (ovovivipaar) tandkarpers. Maar je hebt ook nog de echte (vivipaar) levendbarende tandkarpers. Goede voorbeelden hiervan zijn o.m. goodeïden en halfsnavelbekken. Vivipare tandkarpers hebben in de regel kleine worpen aan jongen doch de jongen zijn in verhouding tot de grootte van de moeder groot te noemen. En de duur van de zwangerschap is in de regel ook langer dan bij vele eierlevendbarende tandkarpers. De vrouwen van vivipare tandkarpers slaan overigens geen zaadpakketten op. Houdt in dat voor elke nieuwe zwangerschap een nieuwe paring ondergaan moet worden.
Zoals net al door mij opgesomd zijn er ook nog de superfoetatieve soorten waarbij een zwanger vrouwtje dus embryos in verscheidene stadia ontwikkelen en ook die kennen een lager aantal qua jongen over de gehele worp bezien.

Dan heb je nog vissen die zich weten voort te planten via gynogenese. Bij de eierlevendbarende soorten, is de poecilia formosa (amazone molly) een goed voorbeeld. Dit betreft een aseksuele mollysoort die enkel uit vrouwelijke exemplaren bestaat. Om tot voortplanting te komen zullen dit soort vrouwen zich laten bevruchten door een man van een aanverwante mollysoort. Hierbij wordt het DNA pakket van de man totaal afgebroken waarbij enkel het DNA pakket van de vrouw zich vanaf de celdeling machtig maakt. De nakomelingen zullen dan ten allen tijde de exacte klonen zijn van de moeder.
 
Laatst bewerkt:
Over die verscheidenheid aan reproductie bij levendbarende tandkarpers heb ik zelf ook al het nodige over geschreven. De wereld van levendbarende tandkarpers is veel breder als menig mens denkt.
DSCF2155.jpg
IMG_7934.jpg
pn febr2018 poecilia formosa1a.jpg
PN MP deel1a.jpg

Hierboven een paar uitsneden van wat relevante artikelen die ik geschreven heb. Ik zal niet de gehele artikelen hierzo plaatsen i.v.m. de contributie (met daarmee het recht van het ontvangen van de magazines) die leden betalen. Dat zou niet fair zijn naar hen toe.
Doch hiermee wil ik even aangeven dat levendbarende tandkarpers niet over één kam gescheerd kunnen worden. Er bestaat echt een diversiteit in gedrag, onderhoud, voortplanting, preferabele watertemperatuur, voeding en fenotypische kenmerken.
 

Terug
Bovenaan