De GH is de som van aard-alkalimetalen, in de praktijk calcium en magnesium. In Nederland drukken we het vaak uit in graden Duitse Hardheid, maar is ook Franse Hardheid, Engelse Hardheid en in Amerika bijv is het gebruikelijk om het in PPM uit te drukken.
1 DH is gelijk aan 17,9 ppm calcium of 4,3 ppm magnesium.
In zeewater vind men ongeveer 1300 ppm magnesium en 400 ppm calcium, torenhoge GH dus.
in de grote zoetwatermeren is dat al lager maar het water nog wel hard, Lake Tanganyika heeft bijv een GH van rond de 11 (12 ppm calcium en ruim 40 ppm magnesium) Lake mMlawi heeft iets meer calcium maar veel minder magnesium en is dus al zachter.
In rivieren ligt dat een doorgaans een stuk lager rond de 4 ppm magnesium en 1-2 ppm calcium, een GH die dus niet veel hoger is dan 1. In kleine beekjes en stroompjes liggen die waarden vaak nog iets lager. Uitzonderingen zijn bijv kalksteen gebieden, stroompjes die gevoed worden door bronnen etc, maar dat zijn echt de uitzonderingen.
Vanuit de natuur is er dus voor de meeste van onze vissen geen reden voor een hoge GH.
Een iets hogere GH dan we in de natuur vinden is wel handig in het aqaurium, zo zijn calcium en magnesium sporenelementen die onze planten nodig hebben, en beschermt met name calcium tegen vergiftiging van vissen door bijv zware metalen als koper. Bovendien geeft het voor zover ik weet weinig problemen als de GH water hoger is dan vissen in hun natuurlijke omgeving tegen zouden komen.
Waar de GH in alle databases e.d. vandaan komt is mij een absoluut een raadsel.
Misschien is de Hardheidsindeling voor kraanwater gebruikt, waar bij men bij zachtwater dacht dat dan tussen 4 en 8 DH is.
Of misschien is de TDS (alle zouten) omgerekend naar GH, of misschien is het nattevingerwerk, of klakkeloos overnemen wat een ander zegt.