Jodium heeft een aantal positieve effecten, zowel op mens als dier.
Daarom is het in Nederland sedert 1942 het zogenaamde broodzout ingevoerd voor bakkers.
Aan dit zout is 70-85 ppm jodide (jodium) toegevoegd.
Sinds 2009 wordt enkel bakkerszout gebruikt 50-65 ppm jodide. Echter dit zout mag naast brood, ook in andere bakkerijproducten worden verwerkt.
Ik het zogenaamde gejodeerde keukenzout (jozo) zit 20 ppm jodide.
De voornaamste reden hiervoor is het voorkomen van een groot aantal gezondsheidsklachten welke met de schildklier functie te maken hebben.
De schildklier regelt een groot deel van de hormonale processen in ons lichaam.
Het viedingscentrum adviseerd een dagelijkse inname van 150-300 MICRO gram. Dat is 0,15-0,30 miligram.
Dat komt neer op 10 gram jozo, en 3 gram bakkerszout.
In een sneetje brood zit 0,4 gram bakkerszout. Dus 6-8 sneetjes brood is al voldoende.
Vissen zullen nog minder nodig hebben. Dus bij een zoutbad, heb je al snel teveel jodium.
Een teveel aan jodium, kan de schildklier ook beschadigen.
In gebieden waar zich een kernramp kan voldoen (heelaas woon ik in zo'n gebied) krijgt de bevolking jodium tabbletten uitgereikt.
Mocht zich een kernramp voordoen, dan wordt geadviseerd om deze pillen in te nemen.
De schildklier raakt hierdoor verzadigd met jodium.
Bij een kernramp komt radioactief jodium vrij. Omdat de schildklier reeds verzadigd is met jodium, kan zich geen radioactief jodium opslaan in de schildklier. En wordt zo een klein gedeelte beschermd.
Dat u daarna 20 jaar niet meer naar huis kunt, is slechts een ongemak....