Eerst maar een totaaltje. Deze is van 23 mei:
Inmiddels is het Hoornblad min of meer verdwenen en breidt de Vallisneria zich wat uit. Verder is de indeling uiteraard onveranderd.
Inmiddels zitten er al een paar weken multi's in. Eenmaal in de bak bleken het 2 mannen en 4 vrouwen te zijn. Een van de mannen heeft zich met de dames op het slakkenveld gevestigt. Deze multi-man heeft zich gevestigt op de stenen:
Hier nog een 2 plaatjes van een dame die zo nu en dan wat pendelt tussen de territoria van beide heren:
In het slakkenveld is de kweek waar de multi's zo beroemd (zei iemand berucht?) om zijn begonnen. Een van de dames vertoonde opvallend gedrag bij een van de schelpen.
Op zich zitten ze er wel vaker in op deze manier, maar deze zat er nu ook regelmatig omgekeerd in, wapperend met de staart naar buiten. Ik had het idee dat dit wellicht was om de waterkwaliteit in de schelp te managen. Wat beter kijken leverde toen de volgende foto op:
Er waren zeker 4 jongen te tellen, maar uit de beschrijvingen van deze vissen begrijp ik dat het er zeker 3x zoveel zullen zijn .
Sinds gisteren heeft de bak ook 3 nieuwe bewoners: Julidochromis Ornatus Uvira 1m/2v:
Hoewel voor Tanganyika begrippen vrij mild, vond ik het toch vissen met een karakter. Deze foto's zijn van een uurtje nadat ze in de bak losgelaten waren. Op de tweede foto is wel stress te zien (vlak liggende vin), maar het exemplaar op de eerste foto liet alweer wat kleur zien en maakte zich groot tegenover de multi-man die de nieuwe bewoners zijn rotsen over zag nemen. We gaan nu een spannende fase in: Er moet zich nog een koppeltje vormen. Op dit moment houdt de man vaak afstand en de dames zijn druk bezig zich gezamelijk te verweren tegen de multi-man, en daarnaast onderling ruziën om de beste spleet tussen de stenen:
De volgende stappen die te zetten zijn, is het toevoegen van een groepje synodontis (precieze soort nog niet bepaald), een koppel Altolamprologus compressiceps goldhead kantalamba die de kweek van de multi's wat zal afremmen, en als de populatie multie's voldoende is (~40-50) een solitaire rover zoals de Altolamprologus fasciatus om verdere groei van de kolonie onmogelijk te maken.
Inmiddels is het Hoornblad min of meer verdwenen en breidt de Vallisneria zich wat uit. Verder is de indeling uiteraard onveranderd.
Inmiddels zitten er al een paar weken multi's in. Eenmaal in de bak bleken het 2 mannen en 4 vrouwen te zijn. Een van de mannen heeft zich met de dames op het slakkenveld gevestigt. Deze multi-man heeft zich gevestigt op de stenen:
Hier nog een 2 plaatjes van een dame die zo nu en dan wat pendelt tussen de territoria van beide heren:
In het slakkenveld is de kweek waar de multi's zo beroemd (zei iemand berucht?) om zijn begonnen. Een van de dames vertoonde opvallend gedrag bij een van de schelpen.
Op zich zitten ze er wel vaker in op deze manier, maar deze zat er nu ook regelmatig omgekeerd in, wapperend met de staart naar buiten. Ik had het idee dat dit wellicht was om de waterkwaliteit in de schelp te managen. Wat beter kijken leverde toen de volgende foto op:
Er waren zeker 4 jongen te tellen, maar uit de beschrijvingen van deze vissen begrijp ik dat het er zeker 3x zoveel zullen zijn .
Sinds gisteren heeft de bak ook 3 nieuwe bewoners: Julidochromis Ornatus Uvira 1m/2v:
Hoewel voor Tanganyika begrippen vrij mild, vond ik het toch vissen met een karakter. Deze foto's zijn van een uurtje nadat ze in de bak losgelaten waren. Op de tweede foto is wel stress te zien (vlak liggende vin), maar het exemplaar op de eerste foto liet alweer wat kleur zien en maakte zich groot tegenover de multi-man die de nieuwe bewoners zijn rotsen over zag nemen. We gaan nu een spannende fase in: Er moet zich nog een koppeltje vormen. Op dit moment houdt de man vaak afstand en de dames zijn druk bezig zich gezamelijk te verweren tegen de multi-man, en daarnaast onderling ruziën om de beste spleet tussen de stenen:
De volgende stappen die te zetten zijn, is het toevoegen van een groepje synodontis (precieze soort nog niet bepaald), een koppel Altolamprologus compressiceps goldhead kantalamba die de kweek van de multi's wat zal afremmen, en als de populatie multie's voldoende is (~40-50) een solitaire rover zoals de Altolamprologus fasciatus om verdere groei van de kolonie onmogelijk te maken.