Afkomstig van
https://www.huisdierinfo.be/kersenbuikcichliden en zo zijn er nog véél websites waar je info over deze vissensoort kunt vinden, AquaInfo heeft ook goede informatie......
Wat hebben ze nodig?
Kersenbuikcichliden hou je in een tropisch
zoetwateraquarium. Voorzie voor een koppel met een lichaamsgrootte van 10 cm een aquarium van minimaal 100 x 40 x 30 cm (lengte x breedte x hoogte). Als je meerdere koppels wil houden, moet je een veel groter aquarium voorzien omdat elk koppel een territorium maakt en dit vurig verdedigt.
Gezelschap
Kersenbuikcichliden hou je bij voorkeur als koppel. Soorten die zich ophouden in dezelfde waterlagen kunnen voortdurend nagejaagd worden, plaats daarom geen corydorassen of modderkruipers samen met kersenbuikcichliden. Vissoorten uit de bovenste waterlagen kan je wel samenhouden met kersenbuiken.
Water
Kersenbuikcichliden kunnen vrij goed tegen variaties in de waterwaarden. Leidingwater met een zachte tot een gemiddelde waterhardheid (2-9 dGH) en zure tot neutrale pH (5,8 tot 7,0) is geschikt.
Controleer het leidingwater en corrigeer eventueel de waterwaarden door een waterverbeteraar toe te voegen, die je kan kopen in de aquariumspeciaalzaak. Schommelingen in de waterwaarden bezorgen de vissen veel stress. Vermijd dat zoveel mogelijk. Voeg daarom de waterverbeteraar eerst in een emmer bij het water waarmee je gaat verversen, en laat dit een dag staan. De chemische reactie gebeurt in de emmer. Daarna voeg je tijdens de waterverversing gelijkmatig het water met de verbeterde samenstelling toe.
Bodembedekking
Als bodembedekking is
donkergekleurd grind of grof zand geschikt. Kies voor grind met een diameter van 1 tot 8 mm. Let er op dat het grind geen scherpe kantjes heeft, zodat de vissen er zich niet aan kwetsen. Donkergekleurd grind laat de kleur van de vissen mooi uitkomen. Spoel grind voor het gebruik grondig uit tot het spoelwater helder is. Zorg dat het grind achteraan het aquarium hoger ligt, zodat vuil naar voren komt en gemakkelijk af te hevelen is. Dit zorgt ook voor voldoende bodemdiepte voor de plantenwortels achteraan het aquarium.
Temperatuur
Kersenbuikcichliden zijn tropische vissen en hebben een
watertemperatuur nodig tussen 24 en 26 °C. Om de temperatuur stabiel te houden, gebruik je een thermostaat. Kies een verwarmingselement dat qua vermogen past bij het watervolume in het aquarium. Met een thermometer kan je de temperatuur nauwkeurig controleren. Zet de verwarming uit tijdens werkzaamheden in het aquarium om te vermijden dat ze kapotgaat of verbrandt.
Filter
Kersenbuikcichliden hebben een voorkeur voor
zuurstofrijk water en lichte stroming. De uitstroom van een
biologische en mechanische filter zorgt meestal voor voldoende stroming.
Een
regelmatig onderhoud en goed werkende filter houden de
waterkwaliteit optimaal. De grootte van de filter hangt af van het aantal vissen in je aquarium. Vraag hiervoor advies in de aquariumspeciaalzaak of aan ervaren aquaristen. Ook met een filter moet je geregeld een deel van het water verversen. Onzichtbare afvalstoffen stapelen zich namelijk geleidelijk op in het water. Door wekelijks 1/5de van de aquariuminhoud te vervangen, kan je plotselinge schommelingen in de waterkwaliteit vermijden. Vervang de filterwatten wanneer ze vuil zijn of dicht slibben.
Belichting en inrichting
De vissen houden niet van fel licht, gebruik daarom gedempte
verlichting en zet het aquarium niet in direct zonlicht. Zorg in het aquarium bijkomend voor plekken met schaduw door beplanting. Planten zorgen bovendien voor verrijking en een natuurlijk uitzicht van het aquarium.
Kersenbuikcichliden hebben voor de
inrichting behoefte aan beschutting en schuilplaatsen. Door meerdere obstakels in de bak te plaatsen zoals hout, stenen, planten en bloempotten, creëer je natuurlijke barrières voor territoriumafbakening. Zorg dat de stenen niet kunnen omvallen als de vissen de rotsen ondergraven. Plaats stenen op de bodem op een manier zodat ze niet kunnen vallen of dat het glas kan breken. Lijm ze eventueel vast of aan elkaar met een niet-giftige-aquariumkit. Lege kokosnoten of bloempotjes en holletjes tussen de stenen zijn goede schuilplaatsen voor de vissen.
Meer informatie over de inrichting van een zoetwateraquarium.
Voeding
Kersenbuikcichliden zijn omnivoren. In natuurlijke omstandigheden eten ze zowel plantaardig materiaal, zoals algen, als dierlijk voedsel zoals kleine in het water levende diertjes. Voeder ze dagelijks en gevarieerd met kant-en-klaar droogvoer en algentabletten en regelmatig met levend voer zoals watervlooien, muggenlarven en tubifex of diepvriesvoer. Let wel op: droogvoer verliest na opening en na verloop van tijd zijn vitamines. Gebruik daarom liever een klein potje dat vlug leeg is en let op de houdbaarheidsdatum.
Afwisseling is heel belangrijk voor een goede gezondheid. Wissel daarom geregeld af tussen de verschillende soorten voer. Voer het liefst drie of meer keren per dag een kleine hoeveelheid, zoveel als de vissen in enkele minuten kunnen opeten. Voer niet meer, want de resten voer vervuilen het water sterk en te veel voer doet de vissen vervetten. Sterke, dikke vissen mogen gerust eens een voermoment of een dag overslaan, mits ze in goede conditie verkeren.
Verzorging
Dagelijks
- Controleer de temperatuur en filterwerking
- Voer de vissen enkele keren per dag een kleine portie
- Bekijk of ze hun normale gedrag vertonen
Minstens één keer per week
- Controleer de waterwaarden
- Hevel ongeveer 1/5de van het water af, samen met plantenresten en vuil. Voeg nadien nieuw water toe dat dezelfde temperatuur heeft als het aquariumwater
- Vervang de vuile filterwatten
Maandelijks of indien nodig
Als de filter vuil is, spoel je het filtermateriaal uit. Doe dit tijdens een waterverversing met oud aquariumwater van dezelfde temperatuur. Zo blijven de goede bacteriën in het filtermateriaal aanwezig
(Half)jaarlijks
Na 6 tot 12 maanden moet je de lampen vervangen. Ze geven dan minder licht of ze gaan stuk