Meer dingen spelen door elkaar heen.
De pomp levert een bepaald aantal liter per uur. Om aan dat aantal te komen past de snelheid zich aan. Hoe kleiner de uitstroomopening, hoe hoger de snelheid moet zijn om er dezelfde stroming door te krijgen. Het verkleinen van de gaatjes verkleint de uitstroomopening en verhoogt dus de snelheid. Maar het boren van meer gaatjes geeft ook een grotere opening. Het gaat immers om het oppervlak van al die gaatjes bij elkaar opgeteld. Dus als je maar genoeg gaatjes hebt dan mogen ze in principe best klein zijn.
Daarnaast heb je nog een ander effect. Ook water is een beetje stroperig. Het is natuurlijk veel dunner dan stroop zelf, maar ook water moet je in een vorm duwen. Daar geeft weer wat weerstand. Die weerstand zal ervoor zorgen dat de pomp het wat zwaarder heeft en waarschijnlijk wat minder zal leveren. Hoe groter het gat, hoe minder weerstand. Een spleetje zal waarschijnlijk meer weerstand geven dan een rond gat met hetzelfde oppervlak.
Als laatste zal zich na een tijdje een laagje prut en algen afzetten aan de randen van het gat. Dat maakt het gat iets kleiner. Hoe kleiner het gat al was, hoe groter natuurlijk de invloed wordt van die afzetting.
Het optimale gat hangt dus af van het debiet van je pomp en het aantal gaten, wat weer zal afhangen van de lengte van je buis.