janjdk
Well-known member
Aanleiding tot dit topic zijn de misverstanden rondom de toepassing filtermedium Kaldness K1.
Bacteriën groeien overal op, uiteindelijk koloniseren ze alles als er maar voeding is....en toch hebben ze een voorkeur.
Kunststof dragers; denk dan aan bioballen ed maar ook aan kaldness K1 drager materiaal zijn filtermedium die men steeds vaker ziet met wisselvallige resultaten.
Eerst voorop, K1 is een professioneel medium dat ook in de waterzuivering wordt toegepast, in feite zelfs ontwikkeld is.
De ontwikkeling hiervan is gestart ergens in 1985, de reden was om een betere waterzuivering te creëren die een hoger rendement had, energie zuiniger en plaats besparend.
K1 werd ontwikkeld door Prof emeritus Odegaard van Noorwegen.
De toenmalige meest bekende waterzuiveringen waren zgn actief slibsystemen, een grote ronde bak waarin in een draaiende beweging water rond ging waar bacteriën zich gevestigd hadden op semi-drijvend slib.
Een aerobe waterzuivering op basis van biologische oxidatie met actief slib dient in hoofdzaak voor de verwijdering van de organische fractie uit afvalwater. Naast deze verwijdering van organische stof is een dergelijke zuivering ook in staat stikstof en fosfor in beperkte mate te elimineren. maw...in het water dat na de zuivering geloosd werd zat nog steeds nitraat en fosfaat.
Aerobe micro-organismen organiseren zich in slibvlokken. Dergelijk actief slib is een mengsel van microscopische organismen: bacteriën, protozoa, rotiferen, enz. Wanneer voldoende zuurstof voorradig is, zijn deze organismen in staat om organische componenten uit het afvalwater (influent) te oxideren tot CO2 en water. Dit proces noemt men dissimilatie.
Een gedeelte van de organische stof echter wordt gebruikt voor de aanmaak van nieuwe biomassa. Dit wordt de assimilatie genoemd. De stijgende slibconcentratie kan onder controle worden gehouden door op geregelde tijdstippen biomassa uit het systeem te verwijderen.
Grootste nadeel, enorm vloeroppervlakte, verbruikt veel energie en toch nog lozing van nitraat en fosfaat...rendement is laag en overtollig slib dat ergens geloosd moest worden.
Prof Odegaard ontwikkelde een kunststof drager. De drager had tot doel om bacteriën te huisvesten hierdoor hoef er geen slib geloosd te worden.
De installatie kon veel kleiner gemaakt worden, daarnaast heel anders van vorm en daardoor energie zuiniger.
De MBBR, moving bed biofilm reactor werd geboren.
De Drager kreeg de naam K1, was een plastic wieltje met daarin een kruisje. de doelstelling was dat de bacterieen zich inwendig in het kruisje deden ontwikkelen en dat het water met daarin ammonium doorheen kon stromen.
Om zoveel mogelijk water er doorheen te laten stromen liet men het wieltje door het water bewegen, dit kan dmv lucht of met een roerder. Lucht kreeg de voorkeur waardoor de bacteriën tevens voorzien weden van de benodigde zuurstof.
Bacteriën groeien overal op, uiteindelijk koloniseren ze alles als er maar voeding is....en toch hebben ze een voorkeur.
Kunststof dragers; denk dan aan bioballen ed maar ook aan kaldness K1 drager materiaal zijn filtermedium die men steeds vaker ziet met wisselvallige resultaten.
Eerst voorop, K1 is een professioneel medium dat ook in de waterzuivering wordt toegepast, in feite zelfs ontwikkeld is.
De ontwikkeling hiervan is gestart ergens in 1985, de reden was om een betere waterzuivering te creëren die een hoger rendement had, energie zuiniger en plaats besparend.
K1 werd ontwikkeld door Prof emeritus Odegaard van Noorwegen.
De toenmalige meest bekende waterzuiveringen waren zgn actief slibsystemen, een grote ronde bak waarin in een draaiende beweging water rond ging waar bacteriën zich gevestigd hadden op semi-drijvend slib.
Een aerobe waterzuivering op basis van biologische oxidatie met actief slib dient in hoofdzaak voor de verwijdering van de organische fractie uit afvalwater. Naast deze verwijdering van organische stof is een dergelijke zuivering ook in staat stikstof en fosfor in beperkte mate te elimineren. maw...in het water dat na de zuivering geloosd werd zat nog steeds nitraat en fosfaat.
Aerobe micro-organismen organiseren zich in slibvlokken. Dergelijk actief slib is een mengsel van microscopische organismen: bacteriën, protozoa, rotiferen, enz. Wanneer voldoende zuurstof voorradig is, zijn deze organismen in staat om organische componenten uit het afvalwater (influent) te oxideren tot CO2 en water. Dit proces noemt men dissimilatie.
Een gedeelte van de organische stof echter wordt gebruikt voor de aanmaak van nieuwe biomassa. Dit wordt de assimilatie genoemd. De stijgende slibconcentratie kan onder controle worden gehouden door op geregelde tijdstippen biomassa uit het systeem te verwijderen.
Grootste nadeel, enorm vloeroppervlakte, verbruikt veel energie en toch nog lozing van nitraat en fosfaat...rendement is laag en overtollig slib dat ergens geloosd moest worden.
Prof Odegaard ontwikkelde een kunststof drager. De drager had tot doel om bacteriën te huisvesten hierdoor hoef er geen slib geloosd te worden.
De installatie kon veel kleiner gemaakt worden, daarnaast heel anders van vorm en daardoor energie zuiniger.
De MBBR, moving bed biofilm reactor werd geboren.
De Drager kreeg de naam K1, was een plastic wieltje met daarin een kruisje. de doelstelling was dat de bacterieen zich inwendig in het kruisje deden ontwikkelen en dat het water met daarin ammonium doorheen kon stromen.
Om zoveel mogelijk water er doorheen te laten stromen liet men het wieltje door het water bewegen, dit kan dmv lucht of met een roerder. Lucht kreeg de voorkeur waardoor de bacteriën tevens voorzien weden van de benodigde zuurstof.