Ik heb hier nog een mooi onderbouwend artikel van een discus kweker Rob de Fouw.
Water voorbereiding.
Om de vraag te beantwoorden hoe je water voorbereid:
Veel discusliefhebbers hebben problemen met het handhaven of krijgen van de gewenste watersamenstelling.Het water wat uit de kraan komt is vaak te hard (of zoutrijk) en de pH is eigenlijk altijd aan de hoge kant. Leidingwater mengen met osmosewater of water uit een kat en an-ionen wisselaar geeft meestal ook niet de gewenste resultaten, in de praktijk blijft de pH bijna altijd te hoog en is moeilijk naar beneden te krijgen. Lukt het wel om de pH naar beneden te krijgen dan krijg je vaak het probleem dat je de pH niet stabiel kunt houden doordat deze weer omhoog vliegt na een waterverversing. Puur osmosewater is volledig ongeschikt als aquariumwater, want levende cellen nemen door hun osmotische eigenschappen zoveel water op dat ze opzetten en op een gegeven moment zullen barsten.
Een oplossing is om osmosewater zelf van de nodige mineralen te voorzien en op deze manier precies het water samenstellen wat je wilt hebben.
Als je naar de watersamenstelling van het zoetwater op verschillende plekken in de wereld kijkt dan blijkt dat de hoeveelheid mineralen nogal kan verschillen, maar de verhouding van de verschillende mineralen onderling, de zogenaamde ionenverhouding, is eigenlijk overal ter wereld een beetje het zelfde . Deze standaard ionenverhouding kan je dus aanhouden om zelf je water samen te stellen. Te grote afwijkingen hiervan zijn ongewenst omdat veel dieren (en andere waterorganismen) over het algemeen slecht reageren op deze afwijkingen. (vandaar dat waterontharders die geregenereerd worden met zout ongeschikt zijn voor gebruik in de aquaristiek, dit in tegenstelling met de Kationenwisselaars die met zuur geregenereerd worden). Echter……. is het zo dat in gebieden met zeer zacht water (zoals het de discus leefomgeving) het aandeel GH ten opzichte van de KH van hoger is dan uit de standaardionenverhouding blijkt.
Standaard ionenverhouding zoetwater
Kationen percentage Anionen percentage
Ca2+ 64,5% HCO3- 80,0%
Na+ 18,5% SO42- 13,7%
Mg2+ 10,5% Cl- 6,3%
K+ 6,5%
Hierboven de standaard ionen verhouding zoals deze geldt voor het overgrote deel van het zoetwater op de wereld.
Uitzondering hierop zijn de grote afrikaanse meren
Bron van de tabel: Krause's handbuch aquarienwasser
Er zijn verschillende manieren om osmosewater aan te harden, de eenvoudigste manier is om het te mengen met leidingwater, echter het leidingwater in Nederland is niet altijd even geschikt voor dit doel. De ionenverhouding blijft onveranderd, alleen het mineralengehalte wordt lager. Maar ook alle buffers (en andere stoffen) die het waterleidingsbedrijf toegevoegd heeft aan het drinkwater voeg je nu zelf ook weer toe, en dit kan ongewenst zijn.
Een manier om osmosewater "visgeschikt" te maken is het toevoegen van mineralen en daarbij proberen de standaard ionenverhouding zo dicht mogelijk te benaderen. Helemaal lukken gaat dit niet want het is onmogelijk om met de ons ter beschikking staande mineralen (of chemische poeders) deze verhouding exact in te stellen. Een reden hievoor is dat calciumhydrogeencarbonaat , Ca(HCO3)2 als vaste stof niet bestaat. Als je water met Ca(HCO3)2 verdampt ontstaat er : Ca(HCO3)2 ===> CaCO3 + CO2 + H2O oftewel calciumcarbonaat (ketelsteen) koolzuurgas en water, en ketelsteen is onoplosbaar in water, dus deze reaktie is onomkeerbaar. Het is dus een hele puzzel om uit te vogelen welke wel in water oplosbare stoffen nodig zijn en in welke verhouding om de standaardionenverhouding te benaderen.
Hans Krause uit Duitsland heeft diverse mineralen mixen uit de aquariumhandel onderzocht en er was er niet 1 bij die in de buurt kwam bij de door hem gewenste waarden voor een mineralenmix voor zacht zoetwater. De menverhoudingen van de kationen Kalium, Natrium, Magnesium, Calcium en die van de anionen Sulfaat en Chloride zouden ongeveer de ionenverhouding uit de natuur moeten benaderen. Veel kwekers delen de aardalkaliionen Sulfaat en Chloride een belangrijke rol toe bij de succesvolle kweek, en deze moeten dan ook in voldoende mate aanwezig zijn. Hans Krause heeft een computerprogrammatje ontwikkelt om dit alles uit te rekenen, en daar kwam het volgende recept uitrollen.
Osmosezouten volgens Krause
NaHCO3 Natriumhydrogeencarbonaat 12,5 gram
KHCO3 Kaliumhydrogeencarbonaat 3,0 gram
MgSO4 . 7H2O Magnesiumsulfaat 10,0 gram
CaCl2 . 2H2O Calciumchloride 10,0 gram
CaSO4 . 1/2H2O Calciumsulfaat 10,0 gram
Het is zeer belangrijk om de KH vormers Kalium en Natrium hydrogeencarbonaat gescheiden van de GH vormers magnesiumsulfaat, Calciumchloride en Calciumsulfaat te bewaren aangezien deze anders gaan reageren en 1 grote onoplosbare klomp gaan vormen.
In deze verhoudingen ontstaan de volgende waterwaardes: 3 gram GH+ en 1,6 gram KH+ geeft op 100 liter osmose water een GH van 1,0 en een KH van 0,5 en een geleidbaarheid van 45,5 µS/cm
Uit mijn eigen ervaringen is gebleken dat bij een toevoeging van 9 gram GH+ en 4,5 gram KH+ een prima kweekwater ontstaat met een GH van 3, een KH van 1,5 en een pH tussen de 6,5 en 7,0, de geleidbaarheid zal zo tegen de 150 µS lopen, dit en de pH zijn een beetje afhankelijk van de kwaliteit van het osmosewater. Het is mij gebleken dat er nogal wat kwaliteitsverschillen zijn tussen de verschillende osmose apparaten en membranen. Bij de goekopere blijft er vaak nog een restgeleidbaarheid over van soms wel 20µS terwijl de professionele apparaten met een drukverhogingspomp ( tot 15 bar) een water met een geleidbaar heid van 2 of 3 µS uitspugen. Na verloop van tijd zal de pH zich waarschijnlijk zo ergens rond de 6,0 instellen, dit is een beetje afhankelijk van de organische belasting (nitraatvorming) en van de verversings frequentie. Indien gewenst kan er nog wat minder KH+ toegevoegd worden, bijvoorbeeld 9 gram GH+ em 3 gram KH+, om een GH van 3 en een KH van 1 in te stellen, bijvoorbeeld voor een Heckel biotoop. Maar pas wel op, vaak pH meten is dan wel een vereiste want die valt makkelijk en heel snel naar te lage waarden.